Samenloop vóór hoop en ván omstandigheden..
Samenloop vóór hoop en tégen kanker….
Op 12 en 13 juni zal in het park bij de Kruserbrink voor de tweede keer een “Samenloop voor hoop” worden gehouden. Dit is een actie die is bedacht is door het KWF en de opbrengst van de actie gaat naar onderzoek hoe kanker (nog) beter kan worden bestreden. Kanker is in zekere zin volksziekte no. 1 in ons land. Van alle mensen die overlijden overlijdt 31% t.g.v. kanker.
Als predikant kom ik er vrijwel wekelijks mee in aanraking. Vorig jaar overleden in de wijk waar ik werk – Baalder – 9 mensen, 3 ervan stierven aan kanker. Het optrekken met mensen die te horen krijgen dat er geen hoop meer is, het bezoeken van hen en hun familie, iedere keer weer raak ik diep onder de indruk van wat die ellendige ziekte aanricht. En daarbij hoe ingrijpend het sterven voor iemand is die nog graag leeft, hoe ingrijpend het sterven is voor de mensen die achterblijven. Het zijn breuken in het leven, die heel hard aankomen.
Gelukkig is het aantal mensen dat geneest stijgend. Zo is het aantal vrouwen dat herstelt van borstkanker toegenomen van 52% in 1955 naar 88% in 2017. Maar dat neemt niet weg, dat het voor mensen die de ziekte krijgen én hun omgeving enorm spannend is: het “k-woord” in míjn lichaam, in mijn leven! Wat betekent dit? Mensen gaan door talloze angsten heen en zeker zolang er onzekerheid bestaat over kansen op herstel – of juist niet – vliegen de scenario’s van “het komt vást goed tot aan dit wordt einde verhaal” door je hoofd en je hart heen. Vooral in de nacht, hoe kan het dan spoken! Als de behandeling dan eenmaal volgt kom je waar je kort daarvoor nog “een gezond mens” was opeens aan de rand van de samenleving te staan en beland je in een wereld van ziekenhuizen en allerlei behandelingen. Je wordt patiënt, wordt ziek, moet behandelingen ondergaan. Als die behandelingen zijn afgerond heb je hersteltijd nodig, zowel voor je lijf – want chemobehandelingen en bestralingen hebben forse hersteltijd nodig – als voor je ziel: kun je weer vertrouwen krijgen in je leven? Kun je leven met het gegeven dat je een ernstige ziekte hebt gehad, m.a.w. dat je fors geconfronteerd bent met je eigen sterfelijkheid? Met telkens om de drie, zes maanden weer zo’n controle, die ergens iets van een “dag des oordeels” heeft? Is die smerige sluipmoordenaar niet teruggekomen? En kan je gezin – als dat er is – weer in evenwicht komen na de onrust en onzekerheid die achter je ligt?
Kortom, hoe ingrijpend is deze rotziekte!!! Voor patiënten, voor hun gezinnen en geliefden. Eigenlijk is het iets dat ieder van ons aangaat: omdat 31 procent van alle mensen sterft aan de ziekte zal er daarom niemand zijn die ergens niet vlakbij – in je gezin, in je straat, in je familie, in je vriendenkring – met de ziekte is geconfronteerd. Hetzij dat er iemand is die de ziekte had en genas, hetzij dat er iemand was die eraan overleed. Hetzij omdat er iemand is die nú ziek is. Dat maakt dit evenement ook zo waardevol: samen lopen, samen hopen tegen iets dat in ieders leven voorkomt. En iedereen kan meedoen: óf lopen óf kijken óf sponsoren óf gewoon praten en delen. Het is letterlijk en figuurlijk om de hoek: in het park.
Samenloop ván omstandigheden
Ik kom ook. Met de kennis van nu had mijn vader in 1983 niet aan keelkanker hoeven te sterven, toen hij 55 en ik 21 was. Hij was – zoals zoveel mannen in die dagen – een forse roker. In de jaren ’70 begon het net wat tot ons door te dringen dat roken bar slecht was voor je gezondheid. En hij was jarenlang verslaafd aan alcohol en daar is hij na een jaar therapie grandioos afgekomen. Relaties in ons gezin waren daardoor hersteld. Na anderhalf jaar trad er een tumor onder zijn tong op. Zoek op internet naar zeer waarschijnlijke oorzaken van tongkanker en je komt telkens de combinatie van én roken én overmatig alcoholgebruik tegen. Hoewel het niet 100% hard te maken is, is de tumor van mijn vader dus zeer waarschijnlijk veroorzaakt door die combinatie. Hoe wrang: heb je eerst de demon van een alcoholverslaving verslagen, word je daarna gepakt door volksziekte nummer 1. Wat ik voor hem – en mijn moeder, broers en zussen heb ik niet – met de kennis van nu fijn vind: toen hij overleed werd het verband tussen alcohol/nicotine en de tumor waaraan hij overleed nog niet gelegd. Zij hebben het idee gehad dat hij de alcohol had verslagen en daarna gruwelijk pech kreeg. Die gedachte vind ik voor mijn ouders veel fijner, dan dat ze weten wat ik nu weet met de kennis van nu: een intens droevige samenloop van omstandigheden heeft ons leven diepgaand beïnvloed.
Roken is voor mij dus vanuit mijn verleden altijd uit de boze geweest. Want dat wisten we sinds de jaren 70-80: roken verhoogt écht de kans op heel ernstige ziekten. Je zult me overigens nooit beschuldigend horen praten of wijzen naar mensen die roken en kanker krijgen. Of ander ongezond gedrag vertonen, waardoor je extra risico loopt. De ziekte is veel te erg om met wat voor soort beschuldigende vinger te gaan wijzen naar degene die eraan lijdt. En soms wéét je sommige dingen dus ook gewoon écht niet. Een concreet voorbeeld: alcohol was voor mij jarenlang iets van “geniet, maar drink met mate”. Het belangrijkste risico van alcohol zat in de kans op verslaving en niet in gezondheid. Dus dronk ik na mijn werk regelmatig een wijntje of een juttertje. Of 2 of 3. Niet meer. Want ik ken de risico’s van huis uit. Van de verslaving, maar ook van het overmatige. Ik denk dat ik de enige niet ben.
Dat blijkt dus – voortschrijdend wetenschappelijk inzicht – te beperkt. De Gezondheidsraad – het adviesorgaan van de regering – raadt alcohol gewoon af. Drink het niet, hooguit één glas per dag en dan liefst per week twee dagen niet. Reden onder andere: alcohol verhoogt dus ook bij weinig gebruik de kans op kanker. Een boekje van René Kahn, die jarenlang deel uitmaakte van die gezondheidsraad – op je gezondheid, zo heet het – gaf mij een forse wake-up-call. Er staan fikse gegevens in: alcohol is verantwoordelijk voor 12,5% van alle gevallen van kanker; één op de tien gevallen qua borstkanker heeft alcohol als oorzaak. Een derde van de sterfgevallen van darmkanker is te wijten aan 1,5 glas alcohol per dag. Nou ja, en dat soort cijfers hebben mij toch zodanig aan het denken gezet dat ik inmiddels een forse afnemer ben geworden van perensap. Had ik nooit gedacht! En van tijd tot tijd – binnen de marges van de gezondheidsraad – een keer een wijntje of een juttertje.
Samen hopen, samen lopen….. Zo zal het ergens wel blijven: telkens verder op zoek naar hoe je die rotziekte onder de duim krijgt. Geld inzamelen voor het KWF, zodat er meer onderzoek komt om hoe je die sluipmoordenaar geneest, maar ook de kans kunt reduceren dat deze in je leven komt door gezond eten en drinken. Elkaar steunend en stimulerend en troostend. Met voortschrijdende kennis om die ziekte te bestrijden én te voorkomen. Ik sponsor mee en kom kijken, samenlopen en samen hopen tegen de ziekte.